Tuesday, July 2, 2019


“Wij zullen onze levensstijl niet opgeven, wij zullen blijven vreten en wij zullen grote jongens blijven!” Iedereen juicht. Iedereen applaudisseert. Hij stelt hen gerust. Hij is een van hen. Een man die weet hoe de wereld in elkaar zit. Die de poezen van de vrouwen kent. Al heeft hij dan zelf een soort van champignon in zijn broek. President Veelvraat, toonbeeld van welvaart en voorspoed, door hebzucht en onderdrukking, maakt zich geen zorgen om zijn volk of over de planeet waarop hij leeft. Hij heeft namelijk al een plan en een raket. En ach, als het hier helemaal op is, dan reist hij door naar Mars.  Met zaailingen van goud- en zilvermunten om daar bossen en rivieren van te maken. 
Op Mars schijnen bomen sneller en veel gemakkelijker te groeien dan op onze aarde. President Veelvraat heeft een hele lieve kleuterjuffrouw gehad die hem de basis van het tuinieren aanleerde. Zo plantte hij iedere dag lang een muntstuk in de schooltuin. Op het einde van het schooljaar ging hij met tien kilogram aardappelen naar huis en de dochters van de juf kochten tijdens de zomermaanden iedere dag een ijsje.
Het volk van de meerderheid heeft zijn zin gekregen: het mag eten en pakken wat er te pakken valt en werken tot het dood valt. Dat doen ze dan allemaal, in exact dezelfde volgorde.
President Veelvraat en zijn familie vinden dat het tijd is om te vertrekken met de raket naar Mars. Spreekt vanzelf dat hij aan het raampje zit. Groot is zijn verbazing wanneer hij vanuit Azië een grote glazen bol omhoog ziet stijgen. Ze zoeven samen door de ruimte en geïntrigeerd blijft Veelvraat kijken naar de bol.
Doorheen het glas ontwaart hij spleetogen, bomen en rijstvelden. Hij huilt bittere tranen wanneer het tot hem doordringt dat de raket van de gehandicapten veel groter is dan die van hem.




Links: de basis van het tuinieren, volgens Veelvraat.
Foto gevonden op Pixabay.