De blokkade
N.A.V. schrijfopdracht #274 op Sol
Er is een blokkade op de autosnelweg. De file duurt langer dan
gewoonlijk. Ze weten niet precies waar het nu voor is, er zijn tegenwoordig zo
veel burgerprotesten dat Billy en Bollie er zich niet druk meer over maken. Op
de autoradio is enkel slechte muziek te horen, ze hebben geen CD’s meegenomen
en daarom schakelt Bollie de zender maar uit. Billy en Bollie houden wel van
flauwe groentegrappen en daar vullen ze hun tijd wat mee. ‘Het is groen en zoeft
van een berg? Een skiwi. Haha. Het is
groen en heel erg vrolijk? Slalalalala. Haha. Het is een groen en springt door
het bos? Een dophertje. Haha. Het is paars en het werkt in een restaurant? Een
obergine. Haha. Het is groen en kan niet zinken? Andrijvie. Haha. Het is wit en
vormt ontploffingsgevaar? Een BOEMkool. Boem, boem. Haha. Het hangt in een boom
en het zingt: ik ben geen appeltje, ik ben geen appeltje? Een zotte peer met
een persoonlijkheidsstoornis. Haha.’ Hoewel ze de grappen al tijden kennen,
lachen ze zich een bult tot Billy en Bollie de reusachtige,
automobielverslindende ananassen op zich af zien komen, gevolgd door een kudde woest geworden bananen. Een ramp voltrekt zich. Mensen en auto’s worden
voor de ogen van de twee vrienden verslonden door tropisch fruit.
Billy en Bollie springen uit hun wagen, zoeken zich als hazen zigzaggend
een uitweg door de chaos, hup een weiland in, weg van het gevaar en ze rennen
voor hun leven. Ze zijn nog nooit zo bang geweest. Ze lopen en lopen, er is
geen tijd om wat te vragen en te zeggen, ze negeren de pijn in hun milt en ze blijven
maar rennen en rennen. In hun kielzog twee bananen die er duidelijk op uit zijn
om hen te pakken te krijgen. Aanvankelijk lijkt het erop dat ze hun
achtervolgers van zich af kunnen schudden, maar de bananen winnen steeds meer
terrein. Billy en Bollie lopen nu in de Burgemeester-De-Vlaminckstraat. Ze
naderen het jeudhuis. Billy bonkt de deur open. ‘Vlug,’ zegt hij tegen Bollie. Ze
stormen de kelder in, sluiten de deur, barricaderen de deur met een kast en
laten zich dan uitgeput op de bank in de hoek vallen. Zwaar doorhijgend van het
harde lopen zitten ze een tijdje op de bank, ze zien bloedrood, het zweet gutst
van hen af en het dringt nauwelijks tot hen door waar ze zojuist aan ontsnapt
zijn. ‘Dit is waarschijnlijk de allereerste blokkade van genetisch
gemanipuleerd fruit die wij hebben meegemaakt,’ zegt Billy bedenkelijk tegen
Bollie. ‘Juist,’ zegt Bollie. ‘En wij hebben het overleefd.’ De twee vrienden
kijken elkaar stralend aan en bezegelen hun redding met een wederzijdse omhelzing.
Op dat moment rollen ze van de bank af. Nooit hebben ze zich afgevraagd waarom
de bank in de hoek stond en waarom ie zo harig was. Ze hebben er ook de kans
niet toe gekregen.
(🤫 Het was kakikleurig, het was stout, het stond in de hoek, het was genetisch
gemanipuleerd, het was vliegensvlug en het at twee brave jongens op. 😝)
No comments:
Post a Comment